spotten met (v) (algemeen) | gyckla med (v) (algemeen) |
spotten met (v) (spot) | håna (v) (spot) |
spotten met (v) (algemeen) | driva med (v) (algemeen) |
spotten met (v) (persoon) | förlöjliga (v) (persoon) |
spotten met (v) (algemeen) | skratta åt (v) (algemeen) |
spotten met (v) (persoon) | gyckla med (v) (persoon) |
spotten met (v) (algemeen) | förlöjliga (v) (algemeen) |
spotten met (v) (persoon) | skratta åt (v) (persoon) |
spotten met (v) (spot) | hånskratta åt (v) (spot) |
spotten met (v) (persoon) | håna (v) (persoon) |
spotten met (v) (persoon) | driva med (v) (persoon) |
spotten met (v) (algemeen) | håna (v) (algemeen) |